Jaarstukken 2018

Onderhoud kapitaalgoederen

Vertaling van het beleidskader

Vertaling van het beleidskader

Algemeen

Voor de uitvoering van het onderhoud zijn de beleidsplannen vertaald in beheerplannen. Daarin staan per jaar de uit te voeren onderhoudsmaatregelen en de daaraan verbonden kosten. De afgelopen jaren is kritisch gekeken naar besparingsmogelijkheden. Dit heeft geleid tot aangepaste onderhoudsbudgetten. Het kwaliteitsniveau wordt op enkele punten minder, maar dit heeft nog niet geleid tot onaanvaardbare situaties, maar zal voor de toekomst een punt van aandacht zijn. Op basis van deze ontwikkelingen en de door de raad vastgestelde beleidsplannen volgens het uitgangspunt “veilig en heel” zijn de beheerplannen geactualiseerd of vindt – voor zover deze verlopen zijn – actualisatie momenteel plaats. Bij de actualisatie van de beleidsplannen wordt ook gekeken naar het gewenste onderhoudsniveau.

Voor alle kapitaalgoederen (m.u.v. civiel technische kunstwerken, groenstructuurplan en buitensport voorzieningen) zijn onderhoudsreserves gevormd. Jaarlijks komt een vast bedrag ten laste van de exploitatie. De meer- of minderkosten worden per onderdeel verrekend met de reserves. Op dit moment zijn er diverse bestemmingsreserves voor onderhoud. Op basis van de geldende regelgeving is het niet toegestaan de lasten te egaliseren middels een reserve. Dit is ook vastgelegd in de Nota Reserves en Voorzieningen. Er gelden echter andere voorwaarden voor de vorming van een voorziening dan voor het aanhouden van een bestemmingsreserve, bijvoorbeeld ten aanzien van het volgen van de beleidsplanning en de financiële vertaling van de plannen. Op dit moment wordt gewerkt om aan deze voorwaarden te voldoen om zo snel mogelijk de bestaande bestemmingsreserves onderhoud om te kunnen zetten in onderhoudsvoorzieningen. Door vaststelling van het nieuwe MJOP gemeentelijke gebouwen wordt met ingang van 2019 de bestemmingsreserve omgezet naar een onderhoudsvoorziening.

De reserve voor riolering is in het verleden gevoed vanuit de bijdragen van de burgers. Deze gelden moeten verplicht besteed worden aan riolering. Daarom is deze bestemmingsreserve omgezet in een voorziening.

Wegen

De gemeente is op dit moment eigenaar en beheerder van circa 3,1 miljoen
vierkante meter verharding. Het wegenbeleid is er op gericht dat de gebruikers er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede manier gebruik kunnen maken van de wegen. Voor het gewenste onderhoudsniveau wordt het uitgangspunt “veilig en heel” gehanteerd. Onderhoudswerkzaamheden vinden plaats naar aanleiding van visuele inspecties. Er wordt gekeken hoe de wegen zo opgeknapt kunnen worden dat de (verkeers-)veiligheid van alle (verkeers-)deelnemers aan de openbare ruimte kan worden gewaarborgd. In 2019 wordt een beheerplan opgesteld ter onderbouwing van de stelpost voor verruiming van het onderhoudsbudget van wegen en om een meerjarige doorkijk te geven voor de onderhoudsbehoefte van wegen.

Openbare verlichting

Het beleidsplan openbare verlichting is vastgesteld in juli 2018 en loopt tot en met 2022. De titel en het motto van het nieuwe beleid is: Slim verlichten. Alléén verlichten waar, wanneer en zoveel als nodig. Het nieuwe beleid richt zich op het bewuster en spaarzamer omgaan met verlichting van de openbare ruimte. De insteek is dat de openbare verlichting past bij de functie en het gebruik van de openbare ruimte. De verdere uitwerking van het beleid zal gebeuren aan de hand van een plan van aanpak en later wordt nog een beheerplan opgesteld. Het plan van aanpak beschrijft een gestructureerde, planmatige en samenhangende methodiek voor de uitwerking van het beleid en de hieraan gerelateerde opgaven. Het beheerplan zorgt daarna voor voortzetting en instandhouding van de ingezette kwaliteitsverbetering. Er wordt nadrukkelijk ingezet op vernieuwende technieken. Het doel is eenduidig beheer en onderhoud voor alle openbare verlichting. Voor planmatige vervanging van lichtmasten/armaturen en voor klein onderhoud is jaarlijks een bedrag geraamd. De gedurende de looptijd van het beleidsplan beschikbare middelen zijn naar verwachting voldoende voor het realiseren van het gewenste ambitieniveau.

Civiele kunstwerken

Het gaat hier onder meer om vaste en beweegbare bruggen, kademuren en vlonders. In 2018 zijn de civieltechnische kunstwerken geïnspecteerd. In 2019 wordt een beheerplan opgesteld zodat duidelijk wordt wat nodig is om de civieltechnische kunstwerken veilig en heel te houden.

Riolering en Water

Het vigerende waterbeleid (Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan en het Waterplan) is geactualiseerd. In plaats van 2 aparte nieuwe plannen is ervoor gekozen om een integraal waterplan op te stellen waar alles wat met water te maken heeft is opgenomen. Op het punt van klimaatadaptatie en een duurzame omgang met water vormt het waterplan een van de pijlers onder de duurzaamheidsagenda.
Het Waterplan omvat de water-, en klimaatstrategie voor de jaren 2018-2022.

De gemeente heeft verschillende zorgplichten als het gaat over water:

  • het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie;
  • het inzamelen en verwerken van het overtollige afvloeiende hemelwater;
  • de grondwaterzorgplicht. De gemeente moet de regie nemen als er nadelige gevolgen optreden door de grondwaterstand (voor een aan de grond gegeven bestemming).

Met de vaststelling van het Waterplan is tevens besloten om vanaf 2019 voor vervangingsinvesteringen de systematiek van het Ideaalcomplex (spaarvariant) te gaan hanteren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een spaarvoorziening voor afdekking van toekomstige vervangingsinvesteringen.

De voor het waterplan benodigde middelen worden via inkomsten uit de rioolheffing gerealiseerd. Door het besluit om te gaan sparen voor toekomstige investeringen stijgt de rioolheffing meer dan alleen voor inflatiecorrectie nodig is.  

Groen- en sportvoorzieningen

Het Groenstructuurplan 2018-2022 legt vast welke groenelementen vanuit stedenbouwkundig, landschappelijk, cultuurhistorisch en/of ecologisch oogpunt dragend en beeldbepalend zijn voor de gemeente Heusden. Het draagt zorg voor behoud en waar mogelijk versterking van het groene karakter van de gemeente. Dit Groenstructuurplan gaat uit van een integrale benadering van het groen op zowel beleids- als beheerniveau. Dit heeft invloed op zowel het inrichtingsniveau (beleid) als het beheerniveau (omvormingen). De ambities uit de duurzaamheidsagenda op het onderwerp ‘biodiversiteit’ zijn hier een voorbeeld van en vragen bijvoorbeeld om extensiever onderhoud van een deel van de gazons binnen de gemeenten.

De gemeente is eigenaar en beheerder van in totaal circa 2,7 miljoen vierkante meter groen. In dit groen staan circa 26.000 bomen. Daarnaast is er 183 kilometer aan sloten te onderhouden. De inrichting van het openbare groen wordt over het algemeen bepaald bij de aanleg van een wijk of buurt, bij een nieuwe investering of bij een reconstructie. Het groenstructuurplan bepaalt in ruimtelijke zin het groene kader van de gemeente en de manier waarop dit in stand wordt gehouden en beschermd.

Het beleid is er op gericht om de functie van het openbaar groen, het leefbaar maken en houden van de werk- en leefomgeving, te waarborgen tegen een redelijke prijs.
Voor het onderhoud is in de exploitatie budget beschikbaar dat voor het grootste deel uit personeelskosten van de buitendienst bestaat.

Het beleidsplan beperkt zich tot het onderhoudsniveau voor het gemeentelijke openbare groen. Voor de uitvoering van het groenstructuurplan zijn structureel extra middelen beschikbaar gesteld.
Het beleidsplan voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties is door het college vastgesteld. De kwaliteit van de sportvelden wordt over het algemeen als goed bestempeld. De verwachting is dat met de beschikbare middelen de velden goed onderhouden kunnen worden.

Gemeentelijke Gebouwen

Het beheer en onderhoud gemeentelijke gebouwen omvat het onderhoud van alle gemeentelijke gebouwen. Het aantal is aan wijziging onderhevig door met name verkoop.
De meeste panden worden gezien als ’tijdelijk bezit’, omdat ze zijn aangekocht in het kader van toekomstige ontwikkelingen. Deze gebouwen hebben een eigen beheer- en onderhoudsaanpak.
Voor de ‘vaste’ gemeentelijke gebouwen is een beheerplan opgesteld.

De gebruikers/huurders moeten er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede manier gebruik kunnen maken van deze gebouwen. Dit moet de gemeente realiseren tegen maatschappelijk acceptabele kosten en in lijn met de budgetten in de begroting. Vanzelfsprekend moet hierbij worden voldaan aan de wettelijke eisen.

De inspectie ten behoeve van het actualiseren van het meer jarenonderhoudsplan (MJOP) heeft laten zien dat het huidige beleidsplan, met het daar bijhorende onderhoudsniveau, nog actueel is en dat de kwaliteit van de gebouwen voldoet. Het nieuw in december 2018 vastgestelde MJOP is een dynamisch plan waarbij de onderhoudskosten zijn berekend op het onderhoudsniveau ‘veilig en heel’. Bij dit onderhoudsniveau worden er geen onnodige middelen ingezet. Dat betekent dat in het nieuwe MJOP de vervangingsduur met 20% is opgerekt. Het MJOP is geactualiseerd voor 59 gebouwen.
De uitgangspunten voor het beheer en het onderhoud van de gebouwen zijn dat gebouwen goed blijven functioneren volgens het huidige gebruik. Waar mogelijk wordt bij onderhoud zoveel mogelijk gekozen voor duurzame/energiezuinige c.q. besparende oplossingen. Door het verlagen van het onderhoudsniveau zijn esthetica en comfort van minder belang.  

Gebouwen onderwijs en gymzalen

De gemeente draagt voor de huisvesting van de basisscholen alleen nog de zorg voor calamiteiten. De buitenkant van de gebouwen behoort tot de wettelijke zorgplicht. Op basis van de verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Heusden stelt de gemeente hiervoor gelden beschikbaar.

Voor de gymzalen zijn de beheerplannen geactualiseerd op basis van het uitgangspunt “veilig en heel”. Op basis van het meerjaren onderhoudsplan en een jaarlijkse onderhoudsinspectie van de gebouwen wordt in overleg met de schoolbesturen bepaald welke onderhoudswerkzaamheden aan de gymzalen worden uitgevoerd.

Middelen

In onderstaande tabel is aangegeven welke middelen in 2018 en 2019 beschikbaar zijn voor het in  goede staat houden van de in deze paragraaf beschreven onderdelen van de openbare ruimte.

 

Beheerplan

Begroting 2018 kosten klein en groot onderhoud na wijziging

jaarrekening 2018 kosten klein en groot onderhoud

Voorlopige stand reserve/ voorziening      31 december 2018

Wegen

€ 895.000

€922.600

€ 1.191.000

Openbare verlichting 2018 t/m 2023

€ 190.000

€ 167.400

€ 284.000

Civiele kunstwerken

€ 18.800

€ 11.815

0

Waterplan 2018 t/m 2022

€ 1.157.500

€ 941.200

€ 2.870.000

Water Baggerplan

€ 100.000

€ 100.000

€ 550.000

Groenstructuurplan

€ 18.256

€ 14.445

0

Buitensportvoorzieningen

€ 15.000

€ 14.702

0

Gebouwen

€ 1.182.000

€ 977.830

€ 285.600

Huisvesting gymnastiek onderwijs

€ 155.096

€ 161.166

€ 488.000

Totaal

€ 3.731.652

€ 3.311.158

€ 5.668.600

ga terug